Summary
Dutch
Detailed Translations for ontkiemd from Dutch to English
ontkiemd:
-
ontkiemd
Translation Matrix for ontkiemd:
Noun | Related Translations | Other Translations |
sprout | bloesem; jonge plant; loot; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; stekje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
sprout | afkomstig zijn; afstammen; kiemen; omhoog schieten; ontkiemen; ontspruiten; opschieten; spruiten; stammen; uit de grond schieten; uit de kiem te voorschijn komen; voortkomen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
germinated | ontkiemd | |
sprout | ontkiemd |
ontkiemen:
Conjugations for ontkiemen:
o.t.t.
- ontkiem
- ontkiemt
- ontkiemt
- ontkiemen
- ontkiemen
- ontkiemen
o.v.t.
- ontkiemde
- ontkiemde
- ontkiemde
- ontkiemden
- ontkiemden
- ontkiemden
v.t.t.
- ben ontkiemd
- bent ontkiemd
- is ontkiemd
- zijn ontkiemd
- zijn ontkiemd
- zijn ontkiemd
v.v.t.
- was ontkiemd
- was ontkiemd
- was ontkiemd
- waren ontkiemd
- waren ontkiemd
- waren ontkiemd
o.t.t.t.
- zal ontkiemen
- zult ontkiemen
- zal ontkiemen
- zullen ontkiemen
- zullen ontkiemen
- zullen ontkiemen
o.v.t.t.
- zou ontkiemen
- zou ontkiemen
- zou ontkiemen
- zouden ontkiemen
- zouden ontkiemen
- zouden ontkiemen
diversen
- ontkiem!
- ontkiemt!
- ontkiemd
- ontkiemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontkiemen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bud | bloemknop; knop | |
spring | bron; lente; lentetijd; rivierbron; voorjaar; voorjaarstijd | |
sprout | bloesem; jonge plant; loot; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; stekje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bud | kiemen; ontkiemen; uit de kiem te voorschijn komen | |
come up | kiemen; ontkiemen; uit de kiem te voorschijn komen | aanwassen; bovenkomen; komen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogkomen; omhoogstijgen; rijzen; stijgen |
germinate | kiemen; ontkiemen; uit de kiem te voorschijn komen | |
originate | kiemen; ontkiemen; uit de kiem te voorschijn komen | ontstaan; voortkomen |
spring | kiemen; ontkiemen; uit de kiem te voorschijn komen | opveren; veren |
sprout | kiemen; ontkiemen; uit de kiem te voorschijn komen | afkomstig zijn; afstammen; omhoog schieten; ontspruiten; opschieten; spruiten; stammen; uit de grond schieten; voortkomen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
sprout | ontkiemd |
External Machine Translations: