Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate ontslag

Translate ontslag from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

ontslag:
- redundancy; dismissal; discharge; discharging
Wiktionary:
- ontslag → dismissal, firing, sacking, discharge
- ontslag → discharge, paying off, dismissal, lay-off, sack, spare time, time off, vacation, holiday, leave, leisure

Dutch

Detailed Translations for ontslag from Dutch to English

ontslag:

ontslag [het ~] noun

het ontslag (ontslaan van werknemers; uitstoot)
the redundancy; the dismissal; the discharge; the discharging
- redundancy [the ~] noun
- dismissal [the ~] noun
- discharge [the ~] noun
- discharging [the ~] noun
het ontslag
the dismissal
- dismissal [the ~] noun

Translation Matrix for ontslag:

Noun	Related Translations	Other Translations
discharge	ontslaan van werknemers; ontslag; uitstoot	afdanken; afschaffen; afvoer; afwatering; decharge; emissie; kwijting; loslating; lossing; lozing; ontlading; ontslaan; plotselinge uitbarsting; uit de dienst ontslaan; uitlading; uitstoot; vrijlating; waterafvoer
discharging	ontslaan van werknemers; ontslag; uitstoot	afladen; emissie; lossen; lozen; spuien; uitladen; uitstoot
dismissal	ontslaan van werknemers; ontslag; uitstoot	afdanken; afdanking; afkeuring; afschaffen; afwijzing; congé; loslating; ontslaan; rejectie; terugwijzing; uit de dienst ontslaan; verwerping; verworpenheid; vrijlating; weigering
redundancy	ontslaan van werknemers; ontslag; uitstoot	ontslag om economische redenen
Verb	Related Translations	Other Translations
discharge		aan de dijk zetten; afdanken; afladen; afscheiden; afvloeien; afvoeren; congé geven; dwingen ontslag te nemen; eruit gooien; iets uitladen; kwijten; lossen; lozen; ontheffen; ontladen; ontslaan; pasporteren; uitscheiden; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden

Related Words for "ontslag":

ontslagen

Related Definitions for "ontslag":

het naar huis mogen gaan¹
- de vrouw werd uit het ziekenhuis ontslagen¹
het zeggen dat iemand niet meer voor je mag werken¹
- de man kreeg ontslag¹

Wiktionary Translations for ontslag:

ontslag

noun

het verbreken van het dienstverband met een werknemer
- ontslag → dismissal; firing; sacking
beëindiging van een ziekenhuisopname
- ontslag → discharge

ontslag

noun

deprivation of office
- dismissal → ontslag

Cross Translation:

From	To	Via
• ontslag	→ discharge; paying off; dismissal; lay-off; sack; spare time; time off; vacation; holiday; leave; leisure	↔ congé — permission d’aller, de venir, de s’absenter, de se retirer.

External Machine Translations:

Related Translations for ontslag

¹Muiswerk Woordenboek