Summary
Dutch to English: more detail...
- ontvangsten:
- ontvangst:
-
Wiktionary:
- ontvangsten → receipt
- ontvangst → receipt, reception, welcome
- ontvangst → entrance, way in, reception, encounter, meeting, approach, acquaintance, familiarity, relation, understanding, connection, interrelation, relationship, access, admission, admittance, accession, entry, landing, acceptance, product, item, commodity, ware
Dutch
Detailed Translations for ontvangsten from Dutch to English
ontvangsten:
-
de ontvangsten (inkomsten; verdiensten)
Translation Matrix for ontvangsten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
income | inkomsten; ontvangsten; verdiensten | arbeidsinkomen; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; kostenvergoeding; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; vergoeding; wedde |
merits | inkomsten; ontvangsten; verdiensten | merites; verdiensten |
receivings | inkomsten; ontvangsten; verdiensten | |
salary | inkomsten; ontvangsten; verdiensten | arbeidsinkomen; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; kostenvergoeding; loon; salaris; salariëring; soldij; traktement; verdienste; vergoeding; wedde |
Related Words for "ontvangsten":
Wiktionary Translations for ontvangsten:
ontvangsten
noun
-
amount received
ontvangst:
Translation Matrix for ontvangst:
Noun | Related Translations | Other Translations |
receipt | ontvangst | beweringsgrond; bewijs; bewijs van ontvangst; bewijsje; kassabon; kwitantie; ontvangstbewijs; recette; reçu; voucher |
treat | onthaal; ontvangst | feest; festijn; partij; partijtje; party; traktatie |
Verb | Related Translations | Other Translations |
receipt | rekening betalen; voldoen | |
treat | behandelen; bejegenen; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; onder behandeling nemen; trakteren; uitdelen; vergasten op; verzorgen |
Related Words for "ontvangst":
Wiktionary Translations for ontvangst:
ontvangst
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontvangst | → entrance; way in | ↔ Eingang — Öffnung zum Betreten eines begrenzten Bereiches, z. B. eines Gebäudes |
• ontvangst | → reception | ↔ Empfang — das Empfangen einer Übertragung (z. B. Rundfunk, Funk,...) |
• ontvangst | → reception | ↔ Empfang — Begrüßung (z. B. von Gästen, Mitarbeitern, Freunden, etc.) |
• ontvangst | → reception | ↔ Empfang — eine Rezeption in einer Empfangshalle |
• ontvangst | → encounter; meeting; approach; acquaintance; familiarity; relation; understanding; connection; interrelation; relationship; access; admission; admittance; accession; entrance; entry; landing; acceptance; reception | ↔ abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage. |
• ontvangst | → acceptance; reception | ↔ acceptation — action d’accepter. |
• ontvangst | → product; item; commodity; ware | ↔ produit — résultat créatif de l’activité humaine. |