Dutch
Detailed Translations for opvraging from Dutch to English
opvraging:
-
opvraging (opvragen)
Translation Matrix for opvraging:
Noun | Related Translations | Other Translations |
claim | opvragen; opvraging | aanspraak; aanspraak maken op; beweren; claim; eis; eis tot schadevergoeding; recht; rechtsgrond; rechtstitel; rechtsvordering; schadeclaim; schadevordering; schuldvordering; titel; vordering; vraag |
request | opvragen; opvraging | aanvraag; bede; bod; eis; interpellatie; motie; propositie; smeekbede; smeekgebed; verzoek; voorstel; voorstel doen; vordering; vraag |
Verb | Related Translations | Other Translations |
claim | aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; opvragen; rekwireren; verzoeken; vorderen; vragen | |
request | aanvragen; aanzoeken; bidden; rekwestreren; smeken; uitnodigen; verzoeken; vragen |