Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ouderpaar:


Dutch

Detailed Translations for ouderpaar from Dutch to English

ouderpaar:

ouderpaar [het ~] noun

  1. het ouderpaar
    the parents

Translation Matrix for ouderpaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
parents ouderpaar ouders; vader en moeder

Related Words for "ouderpaar":

  • ouderparen