Dutch
Detailed Translations for ouwehoer from Dutch to English
ouwehoer:
-
de ouwehoer (kletser; babbelaar; leuterkous; zwamneus)
Translation Matrix for ouwehoer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
gasbag | babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus | charlatan; kwakzalver; wonderdokter |
gossip | babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus | achterklap; babbelaar; gebabbel; geklap; geklep; geklets; gekout; gepraat; geroddel; klap; klep; klets; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwaadsprekerij; kwebbel; laster; lastering; lasterpraatje; leuteraar; praat; praatjes; roddel; roddelaar; roddelaarster; roddelpraat; roddels; zwammer; zwartmaken; zwetser |
twaddler | babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus | babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous |
windbag | babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus | blaaskaak; bluffer; charlatan; hol vat; kwakzalver; leeg vat; opschepper; snoever; windbuil; wonderdokter |
Verb | Related Translations | Other Translations |
gossip | belasteren; kwaadspreken; lasteren; roddelen |
Related Words for "ouwehoer":
Wiktionary Translations for ouwehoer:
ouwehoer
noun
-
informeel|nld kletskous
- ouwehoer → chatterbox; tattler; telltale