Summary
Dutch to English: more detail...
- overschatten:
-
Wiktionary:
- overschatten → overrate, overestimate, overplay
Dutch
Detailed Translations for overschatten from Dutch to English
overschatten:
-
overschatten
to overestimate
Conjugations for overschatten:
o.t.t.
- overschat
- overschat
- overschat
- overschatten
- overschatten
- overschatten
o.v.t.
- overschatte
- overschatte
- overschatte
- overschatten
- overschatten
- overschatten
v.t.t.
- heb overschat
- hebt overschat
- heeft overschat
- hebben overschat
- hebben overschat
- hebben overschat
v.v.t.
- had overschat
- had overschat
- had overschat
- hadden overschat
- hadden overschat
- hadden overschat
o.t.t.t.
- zal overschatten
- zult overschatten
- zal overschatten
- zullen overschatten
- zullen overschatten
- zullen overschatten
o.v.t.t.
- zou overschatten
- zou overschatten
- zou overschatten
- zouden overschatten
- zouden overschatten
- zouden overschatten
en verder
- ben overschat
- bent overschat
- is overschat
- zijn overschat
- zijn overschat
- zijn overschat
diversen
- overschat!
- overschat!
- overschat
- overschattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overschatten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
overestimate | overschatten | overwaarderen |
Wiktionary Translations for overschatten:
overschatten
verb
overschatten
-
iets groter of van groter belang inschatten dan het in werkelijkheid blijkt
- overschatten → overrate
verb
-
to judge too highly
-
To overestimate one's strength in a game or event
-
to esteem too highly
External Machine Translations:
Google
- overestimate
Microsoft
- overestimate