Dutch
Detailed Translations for overschreden from Dutch to English
overschreden:
Translation Matrix for overschreden:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
exceeded | overschreden |
overschrijden:
-
overschrijden
Conjugations for overschrijden:
o.t.t.
- overschrijd
- overschrijdt
- overschrijdt
- overschrijden
- overschrijden
- overschrijden
o.v.t.
- overschreed
- overschreed
- overschreed
- overschreden
- overschreden
- overschreden
v.t.t.
- heb overschreden
- hebt overschreden
- heeft overschreden
- hebben overschreden
- hebben overschreden
- hebben overschreden
v.v.t.
- had overschreden
- had overschreden
- had overschreden
- hadden overschreden
- hadden overschreden
- hadden overschreden
o.t.t.t.
- zal overschrijden
- zult overschrijden
- zal overschrijden
- zullen overschrijden
- zullen overschrijden
- zullen overschrijden
o.v.t.t.
- zou overschrijden
- zou overschrijden
- zou overschrijden
- zouden overschrijden
- zouden overschrijden
- zouden overschrijden
en verder
- is overschreden
- zijn overschreden
diversen
- overschrijd!
- overschrijdt!
- overschreden
- overschrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overschrijden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cross | crucifix; gebaar na gebed; kruis; kruisbeeld; kruisje; kruisvorm | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cross | overschrijden | afvallen; benadelen; duperen; dwarsbomen; dwarsliggen; frustreren; laten zakken; ontgoochelen; oversteken; tegenvallen; tegenwerken; teleurstellen |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
cross | boos; gebelgd; giftig; kwaad; narrig; nijdig; verbolgen; vertoornd |
Wiktionary Translations for overschrijden:
overschrijden
Cross Translation:
verb
overschrijden
-
de overzijde van een grens betreden
- overschrijden → exceed
verb
-
to go beyond the limits of something
-
to be larger, greater than something else or than expected or desirable
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overschrijden | → exceed | ↔ excéder — outrepasser, aller au-delà de certaines limites. |