Dutch
Detailed Translations for pees from Dutch to English
pees:
-
de pees (zeen)
Translation Matrix for pees:
Noun | Related Translations | Other Translations |
leader | pees; zeen | aanvoerder; baas; begeleider; bestuurder; chef; gids; groepsleider; hoofd; hoofdleider; hoofdman; kopman; kopstuk; leider; leidsman; lijstaanvoerder; loods; manager; meerdere; meester; opperhoofd; opvulteken; patroon; stamhoofd; superieur; voorman; voorzitter; werkbaas |
sinew | pees; zeen | |
tendon | pees; zeen |
Related Words for "pees":
Wiktionary Translations for pees:
pees
Cross Translation:
noun
pees
-
een uitloper van spierweefsel die de spier aanhecht aan het bot
- pees → tendon
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pees | → tendon; sinew | ↔ Sehne — Anatomie: ein Band aus Bindegewebe zwischen Muskeln und Knochen zur wechselseitigen Übertragung der im Bewegungsablauf auftretenden mechanischen Kräfte |
• pees | → sinew; tendon | ↔ tendon — anatomie|fr partie fibreux, blanchâtre, ronde ou aplatir, qui forme l’extrémité des muscles et qui sert à les attacher aux os ou à d’autres partir. |
pees form of pezen:
-
pezen (hard rennen; sprinten; hollen; draven)
-
pezen (hard werken; half dood werken; afbeulen; kapotwerken; een ongeluk werken; sloven; buffelen; aanpoten)
Conjugations for pezen:
o.t.t.
- pees
- peest
- peest
- pezen
- pezen
- pezen
o.v.t.
- peesde
- peesde
- peesde
- peesden
- peesden
- peesden
v.t.t.
- heb gepeesd
- hebt gepeesd
- heeft gepeesd
- hebben gepeesd
- hebben gepeesd
- hebben gepeesd
v.v.t.
- had gepeesd
- had gepeesd
- had gepeesd
- hadden gepeesd
- hadden gepeesd
- hadden gepeesd
o.t.t.t.
- zal pezen
- zult pezen
- zal pezen
- zullen pezen
- zullen pezen
- zullen pezen
o.v.t.t.
- zou pezen
- zou pezen
- zou pezen
- zouden pezen
- zouden pezen
- zouden pezen
diversen
- pees!
- peest!
- gepeesd
- pezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for pezen:
Related Words for "pezen":
External Machine Translations: