Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. pet:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for pet from Dutch to English

pet:

pet [de ~] noun

  1. de pet (hoofddeksel)
    the cap; the hat; the headgear; the bonnet; the tame; the button

Translation Matrix for pet:

NounRelated TranslationsOther Translations
bonnet hoofddeksel; pet hoofddeksel; kapothoed; motorkap; muts
button hoofddeksel; pet drukkertje; knop; knopje; overhemdsknoopje; schakelaar; schakelknop
cap hoofddeksel; pet baret; dop; hoofddeksel; kap; kapje; klappertje; kroonkurk; muts; sluitdop; uniformmuts; uniformpet
hat hoofddeksel; pet hoed; hoedje; hoofddeksel; muts
headgear hoofddeksel; pet hoofdbedekking; hoofddeksel; muts
tame hoofddeksel; pet
VerbRelated TranslationsOther Translations
button aan elkaar binden; aan elkaar knopen; knopen; strikken; vastknopen
tame onder gezag brengen; onderwerpen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; temmen; zich meester maken van
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
tame tam

Related Words for "pet":

  • petten, peten, pets, petje, petjes

Related Definitions for "pet":

  1. plat hoofddeksel met klep1
    • de schipper had een pet op zijn hoofd1
  2. waardeloos, slecht1
    • het weer was pet in de vakantie1

Wiktionary Translations for pet:

pet
noun
  1. een redelijk plat hoofddeksel met een klep, in Vlaanderen 'klak' genoemd.
pet
noun
  1. A role or capacity
  2. head covering

Cross Translation:
FromToVia
pet cap; beret Mütze — eng den Kopf umschließende Kopfbedeckung aus sehr weichem Material
pet cap; beret; cover bonnet — Coiffure.
pet cap casquettecouvre-chef traditionnellement d’homme, fait d’étoffe ou de peau, qui a ordinairement une visière sur le devant.
pet cap; beret; cover toquesorte de coiffure sans bords ou à très petits bords.