Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate praktisch

Translate praktisch from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

praktisch:
- practical; in practice; useful; usable; serviceable
Wiktionary:
- praktisch → exoteric, practical, sensible
- praktisch → virtually
- praktisch → handy, practical, virtually

Dutch

Detailed Translations for praktisch from Dutch to English

praktisch:

praktisch adj

praktisch (in de praktijk)
practical; in practice
- practical adj
- in practice adv
praktisch (bruikbaar; nuttig; voordelig)
useful; usable; serviceable
- useful adj
- usable adj
- serviceable adj

Translation Matrix for praktisch:

Noun	Related Translations	Other Translations
practical		practicum
Adjective	Related Translations	Other Translations
practical	in de praktijk; praktisch	aangewend; gemakkelijk; nuttig; practisch; toegepast
serviceable	bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig
usable	bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig
useful	bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig	bruikbaar; bruikbare; handig; inzetbaar; nuttig; verdienstelijk; werkbaar
Adverb	Related Translations	Other Translations
in practice	in de praktijk; praktisch
-	bijna; haast; nagenoeg; vrijwel

Related Words for "praktisch":

praktische

Synonyms for "praktisch":

bijna; haast; nagenoeg; vrijwel

Related Definitions for "praktisch":

nog net niet helemaal¹
- ik ben praktisch klaar met het werk¹
handig of doelmatig¹
- haar aanpak is erg praktisch¹
wat met het doen te maken heeft¹
- praktisch is hij heel goed, theoretisch niet¹

Wiktionary Translations for praktisch:

praktisch

adjective

of or pertaining to concepts having obvious practical application
- exoteric → praktisch; praktijkgericht
based on practice or action rather than theory or hypothesis
- practical → praktisch
characterized more by usefulness than by fashionableness
- sensible → praktisch; functioneel

adverb

almost
- virtually → praktisch

Cross Translation:

From	To	Via
• praktisch	→ handy	↔ praktisch — allgemein: handlich, gut
• praktisch	→ practical	↔ praktisch — in der Praxis, auf Realität bezogen
• praktisch	→ virtually	↔ praktisch — nahezu, so gut wie

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek