Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. randen:
  2. rand:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for randen from Dutch to English

randen:

randen [de ~] noun, plural

  1. de randen (kanten; richels)
    the edges; the borders

Translation Matrix for randen:

NounRelated TranslationsOther Translations
borders kanten; randen; richels zomen
edges kanten; randen; richels

Related Words for "randen":


rand:

rand [de ~ (m)] noun

  1. de rand (omlijsting; kader; raam; lijst)
    the frame; the rim; the framing; the panel; the mounting
    the cornice
    – a molding at the corner between the ceiling and the top of a wall 1
    the moulding; the molding
    – a decorative strip used for ornamentation or finishing 1
    • moulding [the ~] noun, British
      • The moulding gave the wardrobe a classic look.2
    • molding [the ~] noun, American
      • The molding gave the dresser a classic look.2
  2. de rand (richel)
    the ridge; the edge; the side
  3. de rand (zijkant; kant)
    the edge
  4. de rand (zoom)
    the seam
  5. de rand (omranding; kader; lijst)
    the frame work
  6. de rand
    the border
    – The visible line around the edge of an object. For example, the four lines of a rectangle that comprise its border. 3

Translation Matrix for rand:

NounRelated TranslationsOther Translations
border rand boordsel; galon; grens; grens van een land; grensovergang; grensscheiding; landgrens; landsgrens; omzoming; oplegsel; passement; rijksgrens; tres
cornice kader; lijst; omlijsting; raam; rand kroonlijst
edge kant; rand; richel; zijkant scherpte; snijkant
frame kader; lijst; omlijsting; raam; rand brilmontuur; casco; constitutie; dakspant; frame; geraamte; gestel; karkas; montuur; raamwerk; skelet; spant; vliegtuigromp
frame work kader; lijst; omranding; rand
framing kader; lijst; omlijsting; raam; rand
molding kader; lijst; omlijsting; raam; rand plint
moulding kader; lijst; omlijsting; raam; rand plint
mounting kader; lijst; omlijsting; raam; rand filmmontage; montage; montering; scheepsaffuit; zetsels; zetten; zetwerk
panel kader; lijst; omlijsting; raam; rand forum; paneel; panel; partij; ploeg; team
ridge rand; richel bergkam; bergrug; dakvorst; heuvelkam; heuvelrug; kam; nok; plooirug; ribbel; rug; top
rim kader; lijst; omlijsting; raam; rand galon; omzoming; randje; tres; velg
seam rand; zoom naad; voeg
side rand; richel elf; elftal; flank; kant; zij; zijde; zijde van een schip; zijkant
VerbRelated TranslationsOther Translations
border afzetten; grenzen; grenzen aan; omboorden; omranden; zomen
edge afzetten; omboorden; omranden; zomen
frame inlijsten; inramen; omkaderen; omlijsten
panel lambriseren
seam zomen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- kant
ModifierRelated TranslationsOther Translations
mounting klimmend; omhooggaand; oplopend; oprijzend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend

Related Words for "rand":


Synonyms for "rand":


Related Definitions for "rand":

  1. buitenste strook4
    • hij ging op de rand van het bed zitten4
  2. bovenste gedeelte van hol of diep iets4
    • het glas is tot de rand gevuld4

Wiktionary Translations for rand:

rand
noun
  1. de bovenkant van een bak of vat
rand
noun
  1. peripheral part
  2. boundary line of a surface
  3. any encircling device or structure
  4. edge
  5. the outer edge of something
  6. edge around something

Cross Translation:
FromToVia
rand brim Krempeunterer, wegstehender Rand eines Hutes