Dutch
Detailed Translations for registreren from Dutch to English
registreren:
-
registreren (opschrijven; boeken; noteren; vastleggen; optekenen)
to register; to book; to record; to note; to write down; to note down; to inscribe; to list; to enter into -
registreren (op schrift stellen; noteren; aantekenen; optekenen; boeken)
-
registreren
-
registreren
-
registreren
Conjugations for registreren:
o.t.t.
- registreer
- registreert
- registreert
- registreren
- registreren
- registreren
o.v.t.
- registreerde
- registreerde
- registreerde
- registreerden
- registreerden
- registreerden
v.t.t.
- heb geregistreerd
- hebt geregistreerd
- heeft geregistreerd
- hebben geregistreerd
- hebben geregistreerd
- hebben geregistreerd
v.v.t.
- had geregistreerd
- had geregistreerd
- had geregistreerd
- hadden geregistreerd
- hadden geregistreerd
- hadden geregistreerd
o.t.t.t.
- zal registreren
- zult registreren
- zal registreren
- zullen registreren
- zullen registreren
- zullen registreren
o.v.t.t.
- zou registreren
- zou registreren
- zou registreren
- zouden registreren
- zouden registreren
- zouden registreren
en verder
- ben geregistreerd
- bent geregistreerd
- is geregistreerd
- zijn geregistreerd
- zijn geregistreerd
- zijn geregistreerd
diversen
- registreer!
- registreert!
- geregistreerd
- registrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for registreren:
Wiktionary Translations for registreren:
registreren
Cross Translation:
verb
-
vastleggen in een register
- registreren → register
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• registreren | → register | ↔ registrieren — in ein Register eintragen |
• registreren | → record; tape; register; enroll; enrol; keep | ↔ enregistrer — mettre, écrire quelque chose sur un registre, ou seulement en prendre note. |
• registreren | → register; inscribe; enter; note; record | ↔ inscrire — écrire le nom de quelqu’un, ou prendre note, faire mention de quelque chose sur un registre, sur une liste, etc. |
registreren form of registeren:
-
registeren (index maken; indexeren)
Conjugations for registeren:
o.t.t.
- registreer
- registreert
- registreert
- registreren
- registreren
- registreren
o.v.t.
- registreerde
- registreerde
- registreerde
- registreerden
- registreerden
- registreerden
v.t.t.
- heb geregistreerd
- hebt geregistreerd
- heeft geregistreerd
- hebben geregistreerd
- hebben geregistreerd
- hebben geregistreerd
v.v.t.
- had geregistreerd
- had geregistreerd
- had geregistreerd
- hadden geregistreerd
- hadden geregistreerd
- hadden geregistreerd
o.t.t.t.
- zal registeren
- zult registeren
- zal registeren
- zullen registeren
- zullen registeren
- zullen registeren
o.v.t.t.
- zou registeren
- zou registeren
- zou registeren
- zouden registeren
- zouden registeren
- zouden registeren
en verder
- ben geregistreerd
- bent geregistreerd
- is geregistreerd
- zijn geregistreerd
- zijn geregistreerd
- zijn geregistreerd
diversen
- registreer!
- registreert!
- geregistreerd
- registrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for registeren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
index | hoofdboek; index; inhoud; inhoudsopgave; klapper; koersindex; register | |
register | bevolkingsbureau; hoofdboek; kiesregister; kiezerslijst; kiezersregister; klapper; ledenlijst; lijst; register | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
index | index maken; indexeren; registeren | indexeren; van indexnummers voorzien |
indexate | index maken; indexeren; registeren | |
register | index maken; indexeren; registeren | aanmelden; aanmonsteren; aantekenen; boeken; inboeken; inschrijven; intekenen; kadastreren; noteren; op schrift stellen; opgeven; opschrijven; optekenen; registreren; subscriberen; vastleggen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven |