Dutch
Detailed Translations for regulier from Dutch to English
regulier:
-
regulier (regelmatig; geregeld; op vaste tijden)
regularly; regular; frequently; frequent; normal; at set times-
regularly adv
-
regular adj
-
frequently adv
-
frequent adj
-
normal adj
-
at set times adj
-
Translation Matrix for regulier:
Verb | Related Translations | Other Translations |
frequent | frequenteren | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
frequent | geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier | herhaald |
normal | geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier | gewoon; normaal |
regular | geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier | met regelmaat; regelmatig |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
frequently | geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier | dikwijls; frequent; geregeld; meermaals; menigmaal; met vast ritme; regelmatig; vaak; veel; veelvuldig |
regularly | geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier | geregeld; met vast ritme; regelmatig; vaak; volgens regels |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
at set times | geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier |