Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ressort:


Dutch

Detailed Translations for ressort from Dutch to English

ressort:

ressort [het ~] noun

  1. het ressort (provincie; rechtsgebied; rayon; )
    the province; the county; the department; the district; the region
  2. het ressort (gewest; provincie; gebied; rayon)
    the province; the region

Translation Matrix for ressort:

NounRelated TranslationsOther Translations
county gebied; gewest; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel gebied; gebied dat onder een graaf staat; gewest; gouw; graafschap; landstreek; oord; plaats; regio; streek
department gebied; gewest; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel afdeling; ambtsgebied; bestuursgebied; bestuursregio; departement; detachement; gebied; gewest; gordel; gouw; jurisdictie; landstreek; ministerie; oord; plaats; rechtsgebied; regio; sectie; streek; tak; terrein; territorium; vakgroep; zone
district gebied; gewest; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel buitenwijk; buurt; centrum; district; gebied; gewest; gordel; gouw; handelswijk; hoek; kanton; landstreek; oord; plaats; plein; rayon; rayon van een bedrijf; regio; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; streek; terrein; territorium; wijk; woonwijk; zone
province gebied; gewest; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel departement; gebied; gewest; gouw; jurisdictie; kerkprovincie; landstreek; oord; plaats; provincie; rechtsgebied; regio; streek
region gebied; gewest; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel cacheregio; district; gebied; gewest; gordel; gouw; hoek; kanton; klimaatgordel; landstreek; luchtstreek; oord; plaats; regio; streek; terrein; territorium; zone

Related Words for "ressort":

  • ressorten, ressorts