Dutch
Detailed Translations for samentelling from Dutch to English
samentelling:
Translation Matrix for samentelling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
addition | optelling; samentelling; som | aanbouw; aangroeiing; aanhangsel; aanvoeging; aanvulling; aanwas; addendum; appendix; bijmenging; bijtelling; bijvoeging; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel; uitbouw; uitbreiding; vermeerdering |
count | optelling; samentelling; som | aftellen; aftelling; aftelling voor lancering; tel; tellen; telling |
sum | optelling; samentelling; som | bedrag; optelsom; rekenopgave; rekensom; samenvoeging; somma |
total amount | optelling; samentelling; som | complete som; somma; totaal bedrag; totaalbedrag; volledige bedrag |
Verb | Related Translations | Other Translations |
count | aftellen; geld afpassen; gelden; passen; tellen; van kracht zijn |
Related Words for "samentelling":
External Machine Translations: