Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schaapje:
  2. schaap:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schaapje from Dutch to English

schaapje:

schaapje [het ~] noun

  1. het schaapje
    the little sheep

Translation Matrix for schaapje:

NounRelated TranslationsOther Translations
little sheep schaapje

Related Words for "schaapje":


schaap:

schaap [de ~] noun

  1. de schaap (onnozole hals; kuiken; onnozelaar; )
    the simpleton; the dolt; the ninny; the nitwit; the silly thing; the idiot

Translation Matrix for schaap:

NounRelated TranslationsOther Translations
dolt kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; hufter; klooi; klootzak; leeghoofdje; lomperik; schlemiel; slemiel; slungel; sufferdje; sukkel; watje
idiot kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil achterlijke; debiel; dolleman; domkop; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; flapdrol; geesteszieke; gek; geschifte; idioot; imbeciel; kalfskop; krankzinnige; mafkees; mafketel; mafkikker; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilskuiken; waanzinnige; zot; zwakzinnige
ninny kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; leeghoofdje; stommeling; sufferd; sufferdje; uilskuiken
nitwit kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; gansje; idioot; kalfskop; leeghoofdje; minkukel; oen; onnozel wicht; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken
silly thing kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil
simpleton kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; idioot; kalfskop; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul
ModifierRelated TranslationsOther Translations
idiot dwaas; gek; idioot; maf
simpleton schaapachtig

Related Words for "schaap":


Wiktionary Translations for schaap:

schaap
noun
  1. animal

Cross Translation:
FromToVia
schaap sheep Schaf — ein Paarhufer, der als Lieferant für Wolle, Fleisch und Milch dient
schaap sheep mouton — Mammifère herbivore