Dutch
Detailed Translations for schakelknop from Dutch to English
schakelknop:
-
de schakelknop (schakelaar; knop)
Translation Matrix for schakelknop:
Noun | Related Translations | Other Translations |
button | knop; schakelaar; schakelknop | drukkertje; hoofddeksel; knop; knopje; overhemdsknoopje; pet |
stud | knop; schakelaar; schakelknop | dekhengst; mannelijk fokdier; overhemdsknoopje; tapeind; tapschroef; versierder |
switch | knop; schakelaar; schakelknop | invaller; knop; lichtknop; omruil; omschakelaar; omwisselen; omwisseling; schakeloptie; spoorwegwissel; stroomwisselaar; switch; verruiling; verwisseling; wissel; wisselaar; wisselspeler |
Verb | Related Translations | Other Translations |
button | aan elkaar binden; aan elkaar knopen; knopen; strikken; vastknopen | |
switch | afwisselen; herzien; inwisselen; naar een andere versnelling overgaan; omruilen; omwisselen; ruilen; schakelen; veranderen; verruilen; verwisselen; wijzigen; wisselen |