Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schappelijkheid:
  2. schappelijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schappelijkheid from Dutch to English

schappelijkheid:


schappelijk:

schappelijk adj

  1. schappelijk (billijk; redelijk; geschikt)

Translation Matrix for schappelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
fair kermis; kermisterrein
VerbRelated TranslationsOther Translations
moderate bedaren; bedwingen; beheersen; bemakkelijken; besparen; beteugelen; dempen; geld besparen; intomen; matigen; met mate gebruiken; minder gebruiken; simplificeren; temperen; vereenvoudigen; vergemakkelijken; versoberen; zich matigen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
moderate billijk; geschikt; redelijk; schappelijk gematigd; getemperd; middelmatige; moderaat
reasonable billijk; geschikt; redelijk; schappelijk aannemelijk; acceptabel; degelijk; gefundeerd; gegrond; geloofwaardig; hebbelijk; logisch; op goede gronden steunend; passende; plausibel; solide; steekhoudend; waarschijnlijk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fair billijk; geschikt; redelijk; schappelijk behoorlijke; betrekkelijk; blond; deugdzaam; eerlijk; eerzaam; fair; fideel; goudblond; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; redelijke; relatief; rondborstig; ronduit; tamelijke; trouwhartig; vrij; vrijelijk; vrijuit; zedig

Related Words for "schappelijk":


Wiktionary Translations for schappelijk:

schappelijk
adjective
  1. adequate, reasonable, decent

Cross Translation:
FromToVia
schappelijk receptive; moderate; reasonable; approachable; communicative; get-at-able; accessible abordable — rare|fr Qu’on peut aborder.