Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schelp:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for schelp:
    • clam


Dutch

Detailed Translations for schelp from Dutch to English

schelp:

schelp [de ~] noun

  1. de schelp (schaal)
    the shell; the husk; the hull

Translation Matrix for schelp:

NounRelated TranslationsOther Translations
hull schaal; schelp bolster; dop; schaal; schil
husk schaal; schelp bolster; dop; schaal; schil
shell schaal; schelp behuizing; bolster; bom; casco; cascowoning; chassis; dop; explosief; frame; geraamte; granaat; huls; omhulling; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; peul; raamwerk; schaal; schil; schulp; shell; skelet; vel; verpakking
VerbRelated TranslationsOther Translations
shell bombarderen; vanuit de lucht beschieten

Related Words for "schelp":

  • schelpen

Wiktionary Translations for schelp:

schelp
noun
  1. een uit kalk (calciet en/of aragoniet) en andere mineralen bestaand, gewoonlijk uitwendig skelet, dat door een weekdier (stam der Mollusca) wordt aangemaakt
schelp
noun
  1. shell
  2. hard calcareous or chitinous external covering of many invertebrates

Cross Translation:
FromToVia
schelp conch; shell conque — Gros coquillage creux.
schelp shell; eggshell coquille — Enveloppe dure et calcaire (1)