Adjective | Related Translations | Other Translations |
quick
|
|
direct; gauw; gezwind
|
sudden
|
abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
|
abrupt; blindelings; eensklaps; in het wilde weg; ineens; lukraak; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps
|
Adverb | Related Translations | Other Translations |
abruptly
|
abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
|
|
all of a sudden
|
abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
|
abrupt; eensklaps; ineens; ongedacht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps
|
suddenly
|
abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
|
abrupt; blindelings; eensklaps; in het wilde weg; ineens; klakkelings; lukraak; ongedacht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps
|
swiftly
|
abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
|
|
unexpectedly
|
abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
|
abrupt; eensklaps; ineens; klakkelings; ongedacht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
quick
|
abrupt; bruusk; eensklaps; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
|
abrupt; alert; eensklaps; gehaaid; gevat; gewiekst; ineens; lichtvoetig; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; oplettend; plots; plotseling; plotsklaps; rap; snedig; snel; snelvoetig; uitgeslapen; vlot; vlug; wakker
|