Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schooljaren:
  2. schooljaar:


Dutch

Detailed Translations for schooljaren from Dutch to English

schooljaren:

schooljaren [de ~] noun, plural

  1. de schooljaren
    the schooldays

Translation Matrix for schooljaren:

NounRelated TranslationsOther Translations
schooldays schooljaren

Related Words for "schooljaren":


schooljaar:

schooljaar [het ~] noun

  1. het schooljaar (klas)
    the class; the grade; the school year
  2. het schooljaar (jaar)
    the class
    the year
    – a body of students who graduate together 1
    • year [the ~] noun
      • she was in my year at Hoehandle High1

Translation Matrix for schooljaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
class jaar; klas; schooljaar aard; categorie; classificatie; college; collegium; genre; klas; klasse; les; lesuur; maatschappelijke klasse; objectklasse; onderverdeling; orde; rang; schoolklas; slag; sociale groep; soort; stand; type
grade klas; schooljaar beoordelingscijfer; cijfer; graad; klasse; punt; schoolcijfer; wetenschappelijke graad
school year klas; schooljaar
year jaar; schooljaar jaar; jaartal; tijdsperiode; wijnjaar
VerbRelated TranslationsOther Translations
class classificeren; rangschikken; rubriceren
ModifierRelated TranslationsOther Translations
class frontaal; klassikaal

Related Words for "schooljaar":


External Machine Translations: