Dutch
Detailed Translations for sneren from Dutch to English
sneren:
-
sneren (vals grijnzen; grijnzen)
Translation Matrix for sneren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
grin | glimlach; glimlachje; grijns; grijnslach; grimas; lachje; sneer | |
smirk | grijns; grijnslach; grimas; sneer | |
sneer | grijns; grijnslach; grimas; sneer | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
grin | grijnzen; sneren; vals grijnzen | grijnzen; grijnzend lachen; grimassen |
smirk | grijnzen; sneren; vals grijnzen | grijnzen; grijnzend lachen; grimassen; grimassen maken; vals lachen |
sneer | grijnzen; sneren; vals grijnzen | belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren; schamperen; vals lachen |
Related Words for "sneren":
sneer:
-
de sneer (grijns; grijnslach)
Translation Matrix for sneer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
grin | grijns; grijnslach; sneer | glimlach; glimlachje; grijns; grijnslach; grimas; lachje |
jibe | grijns; grijnslach; sneer | |
smirk | grijns; grijnslach; sneer | grijns; grijnslach; grimas |
sneer | grijns; grijnslach; sneer | grijns; grijnslach; grimas |
Verb | Related Translations | Other Translations |
grin | grijnzen; grijnzend lachen; grimassen; sneren; vals grijnzen | |
jibe | gijpen; omslaan van het zeil voor de wind; uitsliepen | |
smirk | grijnzen; grijnzend lachen; grimassen; grimassen maken; sneren; vals grijnzen; vals lachen | |
sneer | belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; grijnzen; ironiseren; schamperen; sneren; vals grijnzen; vals lachen |