Dutch
Detailed Translations for solvabel from Dutch to English
solvabel:
-
solvabel (kredietwaardig; solvent)
Translation Matrix for solvabel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
solvent | oplosmiddel | |
sound | geluid; intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; rumoer; timbre; toon; zeestraat; zeeëngte | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
sound | beieren; bellen; doorklinken; echoën; galmen; iemand opbellen; klank voortbrengen; klinken; klokluiden; luiden; met sonde onderzoeken; opbellen; resoneren; schallen; sonderen; telefoontje plegen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
creditworthy | kredietwaardig; solvabel; solvent | |
solvent | kredietwaardig; solvabel; solvent | |
sound | kredietwaardig; solvabel; solvent | aannemelijk; betrouwbaar; degelijk; degelijke; deugdelijk; doortimmerd; gedegen; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend; van goede hoedanigheid |
Related Words for "solvabel":
External Machine Translations: