Dutch
Detailed Translations for specialist from Dutch to English
specialist:
-
de specialist (expert; deskundige; vakkundige)
Translation Matrix for specialist:
Noun | Related Translations | Other Translations |
authority | deskundige; expert; specialist; vakkundige | autorisatie; autoriteit; bevoegd zijn; bevoegdheid; fiat; geven van volmacht; gezag; gezaghebber; gezagsdrager; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; kracht; lastbrief; lastgeving; licentie; macht; machtiging; mandaat; procuratie; toestemming; vergunning; vermogen; volmacht |
expert | deskundige; expert; specialist; vakkundige | expert; piet; specialiste; vakman |
specialist | deskundige; expert; specialist; vakkundige | specialiste |
- | autoriteit; deskundige | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
expert | behendig; bekwaam; handig; kundig; rap; snel; vaardig; vlot; vlug |
Related Words for "specialist":
Synonyms for "specialist":
Related Definitions for "specialist":
Wiktionary Translations for specialist:
specialist
noun
specialist
-
persoon die ergens veel verstand van heeft
- specialist → specialist
-
arts die een bepaald onderdeel van de geneeskunde beoefent
- specialist → specialist
noun
-
expert in a given field
-
expert
-
physician