Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. stapeltje:
  2. stapel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stapeltje from Dutch to English

stapeltje:

stapeltje [het ~] noun

  1. het stapeltje (hoopje)
    the little pile; the little heap

Translation Matrix for stapeltje:

NounRelated TranslationsOther Translations
little heap hoopje; stapeltje
little pile hoopje; stapeltje

Related Words for "stapeltje":


stapeltje form of stapel:

stapel [de ~ (m)] noun

  1. de stapel (opeenhoping; accumulatie; ophoping; hoop; opeenstapeling)
    the accumulation; the pile; the heap; the piling up; the load
  2. de stapel (hoop; opeenstapeling; opstapeling)
    the heap
  3. de stapel
    the deck
    – A group of one or more cards. 1
  4. de stapel
    the cue
    – An icon depicting a stack of papers that represent filtered lists. The cue appears in the Activities home part on the Role Center. The height of each cue roughly represents the number of entities in the underlying list; as the number of entities increases, the height of the cue increases. 1
    • cue [the ~] noun

Translation Matrix for stapel:

NounRelated TranslationsOther Translations
accumulation accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel accumulatie; bende; berg; cumuleren; groep; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; ophopen; ophoping; opstapelen; samenscholing; samenvoeging; selectie; sortering; stapelen; stel; troep; verzameling
cue stapel aanwijzing; bevelschrift; consigne; dwangbevel; keu; opdracht; order; taak; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
deck stapel boord; scheepsdek
heap accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; stapel aardig wat; bende; berg; drom; grote hoeveelheid; heap; hoop; horde; kluit; knoeiboel; massa; menigte; overvloed; rommel; schare; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
load accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel belading; belasting; bende; berg; drom; grote hoeveelheid; hinder; hoop; horde; lading; last; massa; menigte; moeite; overlast; overvloed; schare; soesa; vracht; vrachtgoed; vrachtje
pile accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel accumulatie; berg; heipaal; hoop; klamp; kluit; kolom; kolom tekst op een pagina; massa; mijt; opeenhoping; ophoping; paginagedeelte; selectie; sortering; stel; verzameling
piling up accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel accumulatie; agglomeratie; massa; opaarden; opeenhoping; ophopen; ophoping; selectie; sortering; stel; verhogen; verzameling
VerbRelated TranslationsOther Translations
heap bestormen; overstelpen
load beladen; bevrachten; bezwaren; geweer laden; gewicht toevoegen; inladen; laden; opladen elektriciteit; opnieuw laden; verzwaren; zwaarder maken

Related Words for "stapel":


Wiktionary Translations for stapel:

stapel
noun
  1. een gestructureerde hoop spullen
  2. de tijdelijke constructie waarop een in aanbouw of reparatie zijnd schip rust
  3. een houten stokje ingeklemd tussen het boven- en onderblad van de klankkast van een snaarinstrument
stapel
noun
  1. heap
  2. a pile of identical objects

Cross Translation:
FromToVia
stapel aberrant aberrant — Qui diffère de la normale.
stapel mass; lot; lump; crowd; heap; multitude; pile; accumulation; body; swarm; ground masseamas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.