Dutch
Detailed Translations for stekeligheid from Dutch to English
stekeligheid:
-
de stekeligheid (hatelijke opmerking; sarcasme; hatelijkheid)
the sarcasm; the malice; the acrimony; the maliciousness; the scornful tone; the spitefulness; the spiteful remark; the scorn
Translation Matrix for stekeligheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
acrimony | hatelijke opmerking; hatelijkheid; sarcasme; stekeligheid | |
malice | hatelijke opmerking; hatelijkheid; sarcasme; stekeligheid | boosaardigheid; gemeenheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; slechtheid |
maliciousness | hatelijke opmerking; hatelijkheid; sarcasme; stekeligheid | |
sarcasm | hatelijke opmerking; hatelijkheid; sarcasme; stekeligheid | schamperheid |
scorn | hatelijke opmerking; hatelijkheid; sarcasme; stekeligheid | aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; schamperheid; smaad; spot; spotternij; versmading |
scornful tone | hatelijke opmerking; hatelijkheid; sarcasme; stekeligheid | schamperheid |
spiteful remark | hatelijke opmerking; hatelijkheid; sarcasme; stekeligheid | |
spitefulness | hatelijke opmerking; hatelijkheid; sarcasme; stekeligheid | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
scorn | denigreren; geringschatten; kleineren; laten passeren; minachten; neerkijken op; verachten; versmaden |
Related Words for "stekeligheid":
stekelig:
-
stekelig (hatelijk; vijandig)
-
stekelig (met stekels)
Translation Matrix for stekelig:
Noun | Related Translations | Other Translations |
snide | achterbaks persoon | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
hateful | hatelijk; stekelig; vijandig | |
invidious | hatelijk; stekelig; vijandig | |
malicious | hatelijk; stekelig; vijandig | achterbaks; boosaardig; doortrapt; duivelachtig; duivels; gemeen; geniepig; giftig; gluiperig; in het geniep; kwaadaardig; kwaadwillig; kwalijk; listig; malicieus; met slechte intentie; slecht; slinks; snood; stiekem; vals; venijnig; verraderlijk |
prickly | met stekels; stekelig | met sarcasme; sarcastisch |
snide | hatelijk; stekelig; vijandig | |
spiteful | hatelijk; stekelig; vijandig | |
thorny | met stekels; stekelig | doornachtig; doornachtige; doornen; doornig; met sarcasme; sarcastisch; van doornstruiken; van een doorngewas; vol doornen |