Dutch
Detailed Translations for stormend from Dutch to English
stormend:
Translation Matrix for stormend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
storming | aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
storming | hard waaien; stormen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
storming | stormend |
stormen:
-
stormen (hard waaien)
Conjugations for stormen:
o.t.t.
- storm
- stormt
- stormt
- stormen
- stormen
- stormen
o.v.t.
- stormde
- stormde
- stormde
- stormden
- stormden
- stormden
v.t.t.
- heb gestormd
- hebt gestormd
- heeft gestormd
- hebben gestormd
- hebben gestormd
- hebben gestormd
v.v.t.
- had gestormd
- had gestormd
- had gestormd
- hadden gestormd
- hadden gestormd
- hadden gestormd
o.t.t.t.
- zal stormen
- zult stormen
- zal stormen
- zullen stormen
- zullen stormen
- zullen stormen
o.v.t.t.
- zou stormen
- zou stormen
- zou stormen
- zouden stormen
- zouden stormen
- zouden stormen
en verder
- ben gestormd
- bent gestormd
- is gestormd
- zijn gestormd
- zijn gestormd
- zijn gestormd
diversen
- storm!
- stormt!
- gestormd
- stormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stormen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
storming | aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop | |
storms | stormen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
blowing a gale | hard waaien; stormen | |
blowing hard | hard waaien; stormen | |
storming | hard waaien; stormen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
storming | stormend |