Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. succesnummers:
  2. succesnummer:


Dutch

Detailed Translations for succesnummers from Dutch to English

succesnummers:

succesnummers [de ~] noun, plural

  1. de succesnummers (hits)
    the hits; the bestsellers

Translation Matrix for succesnummers:

NounRelated TranslationsOther Translations
bestsellers hits; succesnummers bestsellers; toppers
hits hits; succesnummers bestsellers; successtukken; toppers

Related Words for "succesnummers":


succesnummer:

succesnummer [de ~ (m)] noun

  1. de succesnummer (succes; hit; kraker; )
    the smasher; the hit; the smash hit; the winner; the smash

Translation Matrix for succesnummer:

NounRelated TranslationsOther Translations
hit hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer aanrijding; bestseller; botsing; collisie; doelpunt; goal; hit; raakschot; schot in de roos; succes; successtuk; treffer
smash hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer aanrijding; beurskrach; botsing; collisie; debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting; krach
smash hit hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
smasher hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
winner hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer doelpunt; goal; overwinnaar; successtuk; treffer; triomfator; winnaar
VerbRelated TranslationsOther Translations
hit beroeren; een klap geven; hard slaan; hengsten; meppen; ontroeren; raken; slaan; timmeren; treffen
smash aan stukken breken; aan stukken slaan; breken; een klap geven; fijnmaken; in stukken breken; inslaan; kapotbreken; kapotgooien; kapotslaan; platdrukken; slaan; smashen; stukbreken; stukgooien; stukslaan; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren
ModifierRelated TranslationsOther Translations
hit aangeschoten; geslagen; getroffen

Related Words for "succesnummer":