Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tijdstip:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tijdstip from Dutch to English

tijdstip:

tijdstip [het ~] noun

  1. het tijdstip
    the moment; the date

Translation Matrix for tijdstip:

NounRelated TranslationsOther Translations
date tijdstip afgesproken ontmoeting; afspraak; dadel; dagtekening; datum; jaartal; liaison
moment tijdstip minuutje; moment; ogenblik; oogwenk; seconde; tel; wip
VerbRelated TranslationsOther Translations
date dagtekenen; dateren; omgaan met; verkeren

Related Words for "tijdstip":

  • tijdstippen

Wiktionary Translations for tijdstip:

tijdstip
noun
  1. een punt in de tijd
tijdstip
noun
  1. moment in time
  2. very brief period of time
  3. point in time
  4. particular moment in an event or occurrence
  5. numerical indication of a particular moment in time

Cross Translation:
FromToVia
tijdstip instant; moment; time momentpoint dans le temps.