Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tja:


Dutch

Detailed Translations for tja from Dutch to English

tja:

tja adj

  1. tja
    indeed; well

Translation Matrix for tja:

NounRelated TranslationsOther Translations
well bron; put; waterput; wel
AdverbRelated TranslationsOther Translations
indeed tja 'tuurlijk; allicht; beslist; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; echt; effectief; feitelijk; geheid; gewis; heus; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; ongetwijfeld; onontkomelijk; reëel; stellig; trouwens; uiteraard; vanzelfsprekend; vast; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel; wel degelijk; weliswaar; welzeker; werkelijk; zeker; zonder twijfel; à propos
OtherRelated TranslationsOther Translations
indeed inderdaad; ja
ModifierRelated TranslationsOther Translations
well tja blakend; blakend van gezondheid; fit; florerend; getraind; gezond; jawel; wel; welgesteld; welnu; welvarend; zonder ziekte