Dutch
Detailed Translations for tja from Dutch to English
tja:
Translation Matrix for tja:
Noun | Related Translations | Other Translations |
well | bron; put; waterput; wel | |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
indeed | tja | 'tuurlijk; allicht; beslist; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; echt; effectief; feitelijk; geheid; gewis; heus; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; ongetwijfeld; onontkomelijk; reëel; stellig; trouwens; uiteraard; vanzelfsprekend; vast; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel; wel degelijk; weliswaar; welzeker; werkelijk; zeker; zonder twijfel; à propos |
Other | Related Translations | Other Translations |
indeed | inderdaad; ja | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
well | tja | blakend; blakend van gezondheid; fit; florerend; getraind; gezond; jawel; wel; welgesteld; welnu; welvarend; zonder ziekte |