Dutch
Detailed Translations for uitgieren from Dutch to English
uitgieren:
-
uitgieren
Translation Matrix for uitgieren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
squeal | gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
scream with laughter | uitgieren | gieren; hard lachen |
squeal | uitgieren | aanbrengen; aangeven; blaffen; brullen; huilen; janken; keffen; klikken; krijsen; uitbrengen; uitgillen; uitkrijsen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden |