Translate uitspraak from Dutch to English

Remove Ads

Summary

Dutch to English: more detail...

uitspraak:
- pronunciation; enunciation; judgement; verdict; sentence; articulation; statement; message; announcement; report; piece of news; cathedral
Wiktionary:
- uitspraak → pronunciation, statement, pronouncement, verdict, sentence, accent, phrase
- uitspraak → pronunciation, decision, determination, declaration, proclamation, statement, pronouncement, ruling, articulation, pronouncing, motion, resolution, verdict, adjudication, maxim, proverb, saying, adage

Dutch

Detailed Translations for uitspraak from Dutch to English

uitspraak:

uitspraak [de ~] noun

de uitspraak (het uitspreken)
the pronunciation; the enunciation
- pronunciation [the ~] noun
- enunciation [the ~] noun
de uitspraak (oordeelvelling; vonnis)
the judgement; the verdict; the sentence
- judgement [the ~] noun
- verdict [the ~] noun
- sentence [the ~] noun
de uitspraak (articulatie)
the judgement; the articulation; the verdict
- judgement [the ~] noun
- articulation [the ~] noun
- verdict [the ~] noun
de uitspraak (mededeling; boodschap; bericht; vermelding; opgave; gewag; melding; verwittiging; tijding; bekendmaking; relaas)
the statement; the message; the announcement; the report; the piece of news
- statement [the ~] noun
- message [the ~] noun
- announcement [the ~] noun
- report [the ~] noun
- piece of news [the ~] noun
de uitspraak (vonnisvelling)
the cathedral
- cathedral [the ~] noun

Translation Matrix for uitspraak:

Noun	Related Translations	Other Translations
announcement	bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging	aangifte; aankondigen; aankondiging; aanschrijving; aanzeggen; aanzegging; afkondiging; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; convocatie; declaratie; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melding; openbare publicatie; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; statement; toelichting; uitgave; uitgifte; uitlegging; verklaring; verkondiging; verwittiging
articulation	articulatie; uitspraak	geleding; verbinding van lichaamsdelen
cathedral	uitspraak; vonnisvelling	dom; domkerk; kathedraal
enunciation	het uitspreken; uitspraak
judgement	articulatie; oordeelvelling; uitspraak; vonnis	meningsuiting; oordeel; veroordeling; vonnis; vonnisspreking
message	bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging	bericht; blad; boodschap; document; e-mailbericht; maandblad; magazine; periodiek; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
piece of news	bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging	bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
pronunciation	het uitspreken; uitspraak
report	bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging	aantekening; bericht; berichtgeving; blad; lijst; lijst van gegevens; maandblad; magazine; mededelingen; noot; notitie; opgaaf; opgave; opschrijving; opstel; overzicht; periodiek; proces verbaal; rapport; rapportage; referaat; reportage; scriptie; staat; staatje; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; verhaal; verklaring; verslag; weekblad; weergave
sentence	oordeelvelling; uitspraak; vonnis	straftijd; veroordeling; vonnis
statement	bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging	aangifte; aantekening; bankafschrift; bevestiging; beweren; bewering; constatering; declaratie; financieel overzicht; frase; gezegde; instructie; kwestie; lijst; mededeling; meningsuiting; noot; notitie; opgaaf; opgave; opheldering; opnoeming; opschrijving; opsomming; overzicht; probleem; proces verbaal; rapport; rekeningoverzicht; staat; statement; stelling; toelichting; uitdrukking; uitlating; uitlegging; vaststelling; verklaring; vraagstuk; zegswijze; zin; zwaarte
verdict	articulatie; oordeelvelling; uitspraak; vonnis	veroordeling; vonnis
Verb	Related Translations	Other Translations
report		berichten; beschrijven; iets melden; informeren; klikken; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
sentence		berechten; veroordelen; vervolgen; vonnis uitspreken; vonnissen

Related Definitions for "uitspraak":

manier waarop je het zegt¹
- bij de uitspraak van de o maak je je mond rond¹
mening of oordeel¹
- daar durf ik geen uitspraak over te doen¹

Wiktionary Translations for uitspraak:

uitspraak

noun

manier waarop iets ten gehore gebracht wordt
- uitspraak → pronunciation
woord of zin
- uitspraak → statement; pronouncement
veroordeling
- uitspraak → verdict; sentence

uitspraak

noun

modulation of the voice
- accent → uitspraak; accent; tongval
short written or spoken expression
- phrase → uitspraak
way in which words are pronounced
- pronunciation → uitspraak
decision of a jury
- sentence → vonnis; uitspraak; oordeel
decision on an issue of fact in a civil or criminal case or an inquest
- verdict → uitspraak

Cross Translation:

From	To	Via
• uitspraak	→ pronunciation	↔ Aussprache — das akustische Formulieren von Lauten, Worten und Satz
• uitspraak	→ decision; determination	↔ décision — action de décider ou résultat de cette action.
• uitspraak	→ declaration; proclamation; statement; pronouncement; ruling	↔ déclaration — (histoire) FR\|fr loi ; ordonnance ; interprétation d'un édit.
• uitspraak	→ pronunciation; articulation; pronouncing	↔ prononciation — articulation, action de proférer, d’exprimer des lettres, des syllabes, des mots.
• uitspraak	→ motion; resolution; decision	↔ résolution — relâchement total d’une tension.
• uitspraak	→ verdict; adjudication; maxim; proverb; saying; adage	↔ sentence — apophtegme, maxime, opinion exprimée d’une manière dogmatique.

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Translate uitspraak from Dutch to English

Detailed Translations for uitspraak from Dutch to English

uitspraak:

uitspraak [de ~] noun

de uitspraak (het uitspreken)

de uitspraak (oordeelvelling; vonnis)

de uitspraak (articulatie)

de uitspraak (mededeling; boodschap; bericht; vermelding; opgave; gewag; melding; verwittiging; tijding; bekendmaking; relaas)

de uitspraak (vonnisvelling)

Translation Matrix for uitspraak:

Related Definitions for "uitspraak":

Wiktionary Translations for uitspraak: