Summary
Dutch
Detailed Translations for veelt from Dutch to English
velen:
Conjugations for velen:
o.t.t.
- veel
- veelt
- veelt
- velen
- velen
- velen
o.v.t.
- veelde
- veelde
- veelde
- veelden
- veelden
- veelden
v.t.t.
- heb geveeld
- hebt geveeld
- heeft geveeld
- hebben geveeld
- hebben geveeld
- hebben geveeld
v.v.t.
- had geveeld
- had geveeld
- had geveeld
- hadden geveeld
- hadden geveeld
- hadden geveeld
o.t.t.t.
- zal velen
- zult velen
- zal velen
- zullen velen
- zullen velen
- zullen velen
o.v.t.t.
- zou velen
- zou velen
- zou velen
- zouden velen
- zouden velen
- zouden velen
diversen
- veel!
- veelt!
- geveeld
- velend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for velen:
Related Words for "velen":
Wiktionary Translations for velen:
velen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• velen | → endure; abide; bear; put up with; suffer; sustain; ail | ↔ endurer — souffrir, supporter avec fermeté, constance. |
• velen | → receive; accredit; abide; put up with; sustain | ↔ souffrir — sentir de la douleur. |
• velen | → endure; put up with; tolerate; abide; brook; condone; stand; stomach | ↔ tolérer — supporter. |