Dutch
Detailed Translations for verdedigen from Dutch to English
verdedigen:
-
verdedigen (verweren; afweren; weren)
-
verdedigen (beschermen; beschutten; in bescherming nemen)
Conjugations for verdedigen:
o.t.t.
- verdedig
- verdedigt
- verdedigt
- verdedigen
- verdedigen
- verdedigen
o.v.t.
- verdedigde
- verdedigde
- verdedigde
- verdedigden
- verdedigden
- verdedigden
v.t.t.
- heb verdedigd
- hebt verdedigd
- heeft verdedigd
- hebben verdedigd
- hebben verdedigd
- hebben verdedigd
v.v.t.
- had verdedigd
- had verdedigd
- had verdedigd
- hadden verdedigd
- hadden verdedigd
- hadden verdedigd
o.t.t.t.
- zal verdedigen
- zult verdedigen
- zal verdedigen
- zullen verdedigen
- zullen verdedigen
- zullen verdedigen
o.v.t.t.
- zou verdedigen
- zou verdedigen
- zou verdedigen
- zouden verdedigen
- zouden verdedigen
- zouden verdedigen
diversen
- verdedig!
- verdedigt!
- verdedigd
- verdedigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verdedigen:
Antonyms for "verdedigen":
Related Definitions for "verdedigen":
Wiktionary Translations for verdedigen:
verdedigen
Cross Translation:
verb
verdedigen
-
beschermen tegen een aanval
- verdedigen → defend
verb
-
accept, support, take as one’s own
-
To maintain or defend, as a cause or a claim, by words or measures
-
to protect, to defend
-
to maintain or defend a cause against opposition
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verdedigen | → advocate; assert; champion; defend; maintain; stand up for; stickle; vindicate | ↔ verfechten — Auffassung, Meinung, Standpunkt und Anderes vehement vertreten; für etwas energisch eintreten |
• verdedigen | → defend | ↔ défendre — protéger une personne contre une attaque. |
• verdedigen | → advocate | ↔ préconiser — rare|fr louer publiquement, vanter, prôner. |