Summary
Dutch to English: more detail...
- verdoezelen:
-
Wiktionary:
- verdoezelen → disturb, interfere with, upset, argument
Dutch
Detailed Translations for verdoezelen from Dutch to English
verdoezelen:
-
verdoezelen (in de doofpot stoppen)
Conjugations for verdoezelen:
o.t.t.
- verdoezel
- verdoezelt
- verdoezelt
- verdoezelen
- verdoezelen
- verdoezelen
o.v.t.
- verdoezelde
- verdoezelde
- verdoezelde
- verdoezelden
- verdoezelden
- verdoezelden
v.t.t.
- heb verdoezeld
- hebt verdoezeld
- heeft verdoezeld
- hebben verdoezeld
- hebben verdoezeld
- hebben verdoezeld
v.v.t.
- had verdoezeld
- had verdoezeld
- had verdoezeld
- hadden verdoezeld
- hadden verdoezeld
- hadden verdoezeld
o.t.t.t.
- zal verdoezelen
- zult verdoezelen
- zal verdoezelen
- zullen verdoezelen
- zullen verdoezelen
- zullen verdoezelen
o.v.t.t.
- zou verdoezelen
- zou verdoezelen
- zou verdoezelen
- zouden verdoezelen
- zouden verdoezelen
- zouden verdoezelen
diversen
- verdoezel!
- verdoezelt!
- verdoezeld
- verdoezelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verdoezelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hush up a thing | in de doofpot stoppen; verdoezelen |
Wiktionary Translations for verdoezelen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verdoezelen | → disturb; interfere with; upset; argument | ↔ brouiller — mettre pêle-mêle, mêler, mélanger. |