Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verhaal vertellen:


Dutch

Detailed Translations for verhaal vertellen from Dutch to English

verhaal vertellen:

verhaal vertellen verb

  1. verhaal vertellen (vertellen; verhalen)
    to tell; to report; to narrate
    • tell verb (tells, told, telling)
    • report verb (reports, reported, reporting)
    • narrate verb (narrates, narrated, narrating)

Translation Matrix for verhaal vertellen:

NounRelated TranslationsOther Translations
report aantekening; bekendmaking; bericht; berichtgeving; blad; boodschap; gewag; lijst; lijst van gegevens; maandblad; magazine; mededeling; mededelingen; melding; noot; notitie; opgaaf; opgave; opschrijving; opstel; overzicht; periodiek; proces verbaal; rapport; rapportage; referaat; relaas; reportage; scriptie; staat; staatje; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; uitspraak; verhaal; verklaring; vermelding; verslag; verwittiging; weekblad; weergave
VerbRelated TranslationsOther Translations
narrate verhaal vertellen; verhalen; vertellen babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
report verhaal vertellen; verhalen; vertellen berichten; beschrijven; iets melden; informeren; klikken; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhalen; verklappen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
tell verhaal vertellen; verhalen; vertellen babbelen; beschrijven; bewust maken; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; informeren; kakelen; kennisgeven van; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; mededelen; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; uiteenzetten; verhalen; vertellen; voorzeggen; wauwelen; zeggen; zwammen

Related Translations for verhaal vertellen