Summary
Dutch
Detailed Translations for vermalen from Dutch to English
vermalen:
Conjugations for vermalen:
o.t.t.
- vermaal
- vermaalt
- vermaalt
- vermalen
- vermalen
- vermalen
o.v.t.
- vermaalde
- vermaalde
- vermaalde
- vermaalden
- vermaalden
- vermaalden
v.t.t.
- heb vermalen
- hebt vermalen
- heeft vermalen
- hebben vermalen
- hebben vermalen
- hebben vermalen
v.v.t.
- had vermalen
- had vermalen
- had vermalen
- hadden vermalen
- hadden vermalen
- hadden vermalen
o.t.t.t.
- zal vermalen
- zult vermalen
- zal vermalen
- zullen vermalen
- zullen vermalen
- zullen vermalen
o.v.t.t.
- zou vermalen
- zou vermalen
- zou vermalen
- zouden vermalen
- zouden vermalen
- zouden vermalen
diversen
- vermaal!
- vermaalt!
- vermalen
- vermalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
vermalen (gemalen)
Translation Matrix for vermalen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
crunched | gemalen; vermalen | |
ground | gemalen; vermalen | aarde; aardkorst; afweging; bodem; bodemoppervlak; bouwterrein; gebied; grond; kavel; overdenking; overweging; perceel; terrein; vloer |
Verb | Related Translations | Other Translations |
grind | fijnmalen; malen; vermalen | aanzetten; afslijpen; erafslijpen; scherpen; slijpen; wetten |
ground | aarden; funderen; gronden; hameren; instellen; invoeren; kloppen met een hamer; koloniseren; onderbouwen; onderheien; oprichten; settelen; stichten; vestigen |