Dutch
Detailed Translations for versloffen from Dutch to English
versloffen:
-
versloffen (verwaarlozen)
Conjugations for versloffen:
o.t.t.
- verslof
- versloft
- versloft
- versloffen
- versloffen
- versloffen
o.v.t.
- verslofte
- verslofte
- verslofte
- versloften
- versloften
- versloften
v.t.t.
- heb versloft
- hebt versloft
- heeft versloft
- hebben versloft
- hebben versloft
- hebben versloft
v.v.t.
- had versloft
- had versloft
- had versloft
- hadden versloft
- hadden versloft
- hadden versloft
o.t.t.t.
- zal versloffen
- zult versloffen
- zal versloffen
- zullen versloffen
- zullen versloffen
- zullen versloffen
o.v.t.t.
- zou versloffen
- zou versloffen
- zou versloffen
- zouden versloffen
- zouden versloffen
- zouden versloffen
diversen
- verslof!
- versloft!
- versloft
- versloffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for versloffen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
neglect | achteloosheid; nalatigheid; nonchalance; omissie; veronachtzaming; verwaarlozing; verzaking; verzuim; weglating | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
neglect | versloffen; verwaarlozen | nalaten; verloederen; veronachtzamen; verslonzen; verzaken; verzuimen |