Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verstijven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verstijven from Dutch to English

verstijven:

verstijven verb (verstijf, verstijft, verstijfde, verstijfden, verstijfd)

  1. verstijven (verstarren; verstenen)
  2. verstijven (door afgrijzen bevangen worden; ijzen)
    be caught by horror; to shudder; to shiver

Conjugations for verstijven:

o.t.t.
  1. verstijf
  2. verstijft
  3. verstijft
  4. verstijven
  5. verstijven
  6. verstijven
o.v.t.
  1. verstijfde
  2. verstijfde
  3. verstijfde
  4. verstijfden
  5. verstijfden
  6. verstijfden
v.t.t.
  1. heb verstijfd
  2. hebt verstijfd
  3. heeft verstijfd
  4. hebben verstijfd
  5. hebben verstijfd
  6. hebben verstijfd
v.v.t.
  1. had verstijfd
  2. had verstijfd
  3. had verstijfd
  4. hadden verstijfd
  5. hadden verstijfd
  6. hadden verstijfd
o.t.t.t.
  1. zal verstijven
  2. zult verstijven
  3. zal verstijven
  4. zullen verstijven
  5. zullen verstijven
  6. zullen verstijven
o.v.t.t.
  1. zou verstijven
  2. zou verstijven
  3. zou verstijven
  4. zouden verstijven
  5. zouden verstijven
  6. zouden verstijven
diversen
  1. verstijf!
  2. verstijft!
  3. verstijfd
  4. verstijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verstijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
shiver bibberen; huivering; rillen; rilling; siddering
shudder beving; bibberen; gebeef; huivering; rillen; rilling; siddering
VerbRelated TranslationsOther Translations
be caught by horror door afgrijzen bevangen worden; ijzen; verstijven
shiver door afgrijzen bevangen worden; ijzen; verstijven beven; bibberen; griezelen; gruwen; huiveren; klappertanden; kleumen; koulijden; rillen; schudden; trillen; vibreren
shudder door afgrijzen bevangen worden; ijzen; verstijven beven; bibberen; griezelen; gruwelen; gruwen; huiveren; rillen; sidderen; trillen; vibreren
stiffen verstarren; verstenen; verstijven stijf maken; stijven

Wiktionary Translations for verstijven:

verstijven
verb
  1. stijf worden
verstijven
verb
  1. become hard
  2. become motionless