Summary
Dutch
Detailed Translations for vlammend from Dutch to English
vlammend:
-
vlammend (brandend)
Translation Matrix for vlammend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
burning | branden; brandplek; brandwond; verbrandheid; verbranding | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
blazing | brandend; vlammend | bitter; giftig; kwaad; nijdig; woedend; zeer boos |
burning | brandend; vlammend | brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm |
flaming | brandend; vlammend | |
glowing | brandend; vlammend | gloedvol |
vlammend form of vlammen:
-
vlammen (flakkeren; flikkeren)
-
vlammen (vlammen uitslaan)
Conjugations for vlammen:
o.t.t.
- vlam
- vlamt
- vlamt
- vlammen
- vlammen
- vlammen
o.v.t.
- vlamde
- vlamde
- vlamde
- vlamden
- vlamden
- vlamden
v.t.t.
- heb gevlamd
- hebt gevlamd
- heeft gevlamd
- hebben gevlamd
- hebben gevlamd
- hebben gevlamd
v.v.t.
- had gevlamd
- had gevlamd
- had gevlamd
- hadden gevlamd
- hadden gevlamd
- hadden gevlamd
o.t.t.t.
- zal vlammen
- zult vlammen
- zal vlammen
- zullen vlammen
- zullen vlammen
- zullen vlammen
o.v.t.t.
- zou vlammen
- zou vlammen
- zou vlammen
- zouden vlammen
- zouden vlammen
- zouden vlammen
diversen
- vlam!
- vlamt!
- gevlamd
- vlammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vlammen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
blaze | brand; fik; vlammenzee; vuur; vuurzee | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
blaze | flakkeren; flikkeren; vlammen; vlammen uitslaan | blaken; laaien; licht uitzenden; sterk aanwezig zijn; stralen |
flame | flakkeren; flikkeren; vlammen | laaien |