Noun | Related Translations | Other Translations |
cutting
|
|
couperen; gesnij; jonge plant; knipsel; loot; plantestekje; scheut; schoot; snijding; spruit; stek; stekje; uitknipsel
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
cutting
|
fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend
|
bijtend; doordringend; fel; gemeen; op afgebeten toon; scherp; schril; snijdend; stekend
|
nipping
|
fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend
|
|
razor-sharp
|
scherp; vlijmend; vlijmscherp
|
haarscherp; naaldscherp
|
snappy
|
fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend
|
bits; flitsend; hip; kattig; kortaf; korzelig; onvriendelijk; pinnig; snauwend; snauwerig; snel; snibbig; spinnig; trendy; vinnig; vlot; wrevelig
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
sharp
|
scherp; vlijmend; vlijmscherp
|
achterbaks; adrem; bijdehand; bitter; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; giftig; gluiperig; intelligent; kien; kwaad; leep; listig; messcherp; nijdig; op afgebeten toon; pienter; puntig; raak; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; schrander; schril; slim; slinks; sluw; snedig; snijdend; snood; snugger; spits; spitsig; spitsvormig; stiekem; toegespitst; uitgekookt; uitgeslapen; woedend; zeer boos
|