Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. voorgeslacht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for voorgeslacht from Dutch to English

voorgeslacht:

voorgeslacht [het ~] noun

  1. het voorgeslacht (voorouders)
    the ancestors; the forefathers; the forbears

Translation Matrix for voorgeslacht:

NounRelated TranslationsOther Translations
ancestors voorgeslacht; voorouders hoofden van het geslacht; oervaders; stamvaders
forbears voorgeslacht; voorouders hoofden van het geslacht; oervaders; stamvaders
forefathers voorgeslacht; voorouders hoofden van het geslacht; oervaders; stamvaders

Related Words for "voorgeslacht":

  • voorgeslachten

Wiktionary Translations for voorgeslacht:


Cross Translation:
FromToVia
voorgeslacht elders; forefathers; ancestors aïeuxPluriel de aïeul : tous ceux de qui l’on descendre.