Dutch

Detailed Translations for vriendelijkheid from Dutch to English

vriendelijkheid:

vriendelijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de vriendelijkheid (aardigheid)
    the friendliness; the kindness; the goodwill; the geniality; the amiability; the heartiness

Translation Matrix for vriendelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
amiability aardigheid; vriendelijkheid bekoorlijkheid; bevalligheid; goedmoedigheid; liefheid; lieflijkheid; lieftalligheid; zoetheid
friendliness aardigheid; vriendelijkheid hartelijkheid; jovialiteit; toeschietelijkheid; vriendschappelijkheid
geniality aardigheid; vriendelijkheid
goodwill aardigheid; vriendelijkheid dienst; goodwill; gunst; handelszaak
heartiness aardigheid; vriendelijkheid gloed; hartelijkheid; hartstocht; hartstochtelijkheid; jovialiteit; overgave; passie; vurigheid; vuur
kindness aardigheid; vriendelijkheid clementie; compassie; dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; goedertierenheid; goedgunstigheid; goedwillendheid; gratie; liefheid; mildheid; voorkomendheid; welwillendheid; zachtaardigheid; zoetheid

Related Words for "vriendelijkheid":


Wiktionary Translations for vriendelijkheid:

vriendelijkheid
noun
  1. instance of charitable behavior
  2. the quality of being friendly

Cross Translation:
FromToVia
vriendelijkheid affability; blandness; kindness; friendliness amabilitéqualité d’une personne aimable.
vriendelijkheid graciousness; kindness; affability; amenity aménité — (vieilli) rare|fr agrément, parler d’un lieu ou d’un air.
vriendelijkheid helpfulness; kindness obligeance — soutenu|fr disposition à se montrer obligeant, serviable.

vriendelijk:

vriendelijk adj

  1. vriendelijk (hartelijk; minnelijk)
    – met zorg en aandacht voor anderen 1
    cordial
    – politely warm and friendly 2
    hearty
    – showing warm and heartfelt friendliness 2
    • hearty adj
      • a hearty welcome2
    affectionate
    – having or displaying warmth or affection 2
    warm
    – psychologically warm; friendly and responsive 2
    • warm adj
      • a warm greeting2
      • a warm personality2
      • warm support2
  2. vriendelijk (goedaardig; aardig; goedhartig; )
    kind
    – having or showing a tender and considerate and helpful nature; used especially of persons and their behavior 2
    • kind adj
      • kind to sick patients2
      • a kind master2
      • kind words showing understanding and sympathy2
      • thanked her for her kind letter2
    benevolent
    – showing or motivated by sympathy and understanding and generosity 2
    good-natured
    – having an easygoing and cheerful disposition 2
    • good-natured adj
      • too good-natured to resent a little criticism2
      • the good-natured policeman on our block2
      • the sounds of good-natured play2
    mild
    – mild and pleasant 2
    • mild adj
      • the climate was mild and conducive to life or growth2
  3. vriendelijk (op een aardige manier)

Translation Matrix for vriendelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
kind aard; genre; slag; soort; type
VerbRelated TranslationsOther Translations
warm eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken; warmen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
affectionate hartelijk; minnelijk; vriendelijk aanhankelijk; bemind; dierbaar; favoriete; gehecht; geliefd; geselecteerd; lief; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; lievelings; toegenegen; verknocht; verkoren
benevolent aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig charitatief; goedaardig; goedgunstig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; liefdadig; mild; weldadig; welwillend; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
cordial hartelijk; minnelijk; vriendelijk goedbedoeld; hartelijk; welgemeend
good-natured aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig geschikt; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; tof; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
hearty hartelijk; minnelijk; vriendelijk hartgrondig
kind aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig amicaal; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; in natura; kameraadschappelijk; mild; natura; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
mild aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
warm hartelijk; minnelijk; vriendelijk Warm
warm-hearted hartelijk; minnelijk; vriendelijk
- aardig; attent
OtherRelated TranslationsOther Translations
warm warm
ModifierRelated TranslationsOther Translations
a kind manner op een aardige manier; vriendelijk
warm gloedvol; liefderijk; liefdevol

Related Words for "vriendelijk":


Synonyms for "vriendelijk":


Antonyms for "vriendelijk":


Related Definitions for "vriendelijk":

  1. met zorg en aandacht voor anderen1
    • het was vriendelijk van hem de deur open te houden1

Wiktionary Translations for vriendelijk:

vriendelijk
adjective
  1. met het nodige respect
vriendelijk
adverb
  1. in a kind manner
  2. in a friendly manner
adjective
  1. having a kind personality
  2. characteristic of friendliness
  3. warm, approachable
  4. polite
  5. kind, genial, benevolent or tolerant
  6. showing friendliness or goodwill
  7. having a pleasing disposition

Cross Translation:
FromToVia
vriendelijk friendly; cordial; pleasant; affable freundlich — im Umgang mit einer anderen Person höflich und zuvorkommend
vriendelijk affable affable — Personne aimable et bienveillante à qui on peut parler (qui écouter et comprendre).
vriendelijk friendly; amiable; nice; good; kind aimable — Qui mériter d’aimer.
vriendelijk amenable; affable amèneagréable, attrayant.
vriendelijk brave; valiant; gallant; valorous; good; honest; worthy; staunch; stallwart bravecourageux ; vaillant
vriendelijk kind; benevolent; debonair; weak-willed débonnairebon, gentil, bienveillant.
vriendelijk brave; courageous; valiant; bold; daring; unflinching; gallant; valorous; good; honest; worthy; staunch; stallwart vaillant — Qui a de la vaillance, qui est courageux.