Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wastafel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wastafel from Dutch to English

wastafel:

wastafel [de ~] noun

  1. de wastafel
    the washbasin; the sink

Translation Matrix for wastafel:

NounRelated TranslationsOther Translations
sink wastafel aanrecht; gootsteen; sink; spoelbak; wasbak
washbasin wastafel fonteintje; wasbak
VerbRelated TranslationsOther Translations
sink afglijden; afnemen; aftakelen; afzakken; doen zinken; inkrimpen; inzinken; kelderen; krimpen; minder worden; onder water gaan; ondergaan; slinken; verkleinen; verminderen; vervallen; verzakken; wegglijden; wegzinken; zakken; zinken

Related Words for "wastafel":

  • wastafels

Wiktionary Translations for wastafel:

wastafel
noun
  1. een bak waarin men zich of iets wast
wastafel
noun
  1. sink
  2. table for washing

Cross Translation:
FromToVia
wastafel washbasin lavabo — cuvette pour se laver