Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. welven:


Dutch

Detailed Translations for welfen from Dutch to English

welven:

welven verb (welf, welft, welfde, welfden, gewelfd)

  1. welven (buigen; krommen)
    to bow; to arch; to curve
    • bow verb (bows, bowed, bowing)
    • arch verb (arches, arched, arching)
    • curve verb (curves, curved, curving)

Conjugations for welven:

o.t.t.
  1. welf
  2. welft
  3. welft
  4. welfen
  5. welfen
  6. welfen
o.v.t.
  1. welfde
  2. welfde
  3. welfde
  4. welfden
  5. welfden
  6. welfden
v.t.t.
  1. heb gewelfd
  2. hebt gewelfd
  3. heeft gewelfd
  4. hebben gewelfd
  5. hebben gewelfd
  6. hebben gewelfd
v.v.t.
  1. had gewelfd
  2. had gewelfd
  3. had gewelfd
  4. hadden gewelfd
  5. hadden gewelfd
  6. hadden gewelfd
o.t.t.t.
  1. zal welven
  2. zult welven
  3. zal welven
  4. zullen welven
  5. zullen welven
  6. zullen welven
o.v.t.t.
  1. zou welven
  2. zou welven
  3. zou welven
  4. zouden welven
  5. zouden welven
  6. zouden welven
diversen
  1. welf!
  2. welft!
  3. gewelfd
  4. welvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for welven:

NounRelated TranslationsOther Translations
arch boog; booggewelf; gewelf; uitbouw; welving
bow boeg; boog; buiging; handboog; kruisboog; nijging; steven; strijkstok; vioolstok; voorsteven
curve bocht; boog; buiging; draai; kromme; kromming; kromte; kronkel; ronding; uitbouw; welving; zwenking
VerbRelated TranslationsOther Translations
arch buigen; krommen; welven buigen; krom buigen; krommen
bow buigen; krommen; welven buigen; eerbied tonen; krombuigen; nijgen
curve buigen; krommen; welven buigen; eer betuigen; krom buigen; krommen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
arch guitig; olijk