Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wenselijkheid:
  2. wenselijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wenselijkheid from Dutch to English

wenselijkheid:

wenselijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de wenselijkheid
    the desirability

Translation Matrix for wenselijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
desirability wenselijkheid begeerlijkheid; verleidelijkheid

Related Words for "wenselijkheid":


Wiktionary Translations for wenselijkheid:

wenselijkheid
noun
  1. state of being desirable

wenselijkheid form of wenselijk:


Translation Matrix for wenselijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
essential elementaire zaak; noodzaak
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
desirable gewenst; gewild; verlangd; wenselijk begeerd; begeerlijk; begerenswaardig; felbegeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd
desired gewenst; gewild; verlangd; wenselijk verlangde
essential gewenst; gewild; verlangd; wenselijk benodigd; broodnodig; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; fundamenteel; hard nodig; hoognodig; nodig; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; vereist; wezenlijk
in demand gewenst; gewild; verlangd; wenselijk begeerd; begerenswaardig; gevraagd; gewild; gezocht; veelgevraagd
necessary gewenst; gewild; verlangd; wenselijk benodigd; broodnodig; door de behoefte vereist; hoognodig; nodig; noodzakelijk
wanted gewenst; gewild; verlangd; wenselijk begeerd; begerenswaardig; cruciaal; dierbaar; elementair; essentieel; gewild; gezocht; noodzakelijk; veelgevraagd; vereist
ModifierRelated TranslationsOther Translations
gladly seen gewenst; gewild; verlangd; wenselijk begeerd; gewild; gezocht; veelgevraagd
wished for gewenst; gewild; verlangd; wenselijk

Related Words for "wenselijk":

  • wenselijkheid, wenselijker, wenselijkere, wenselijkst, wenselijkste, wenselijke

Wiktionary Translations for wenselijk:

wenselijk
adjective
  1. wat men zou wensen
wenselijk
adjective
  1. suitable to be desired