Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. woelend:
  2. woelen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for woelend from Dutch to English

woelend:

woelend adj

  1. woelend

Translation Matrix for woelend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
tossing about woelend

woelend form of woelen:

woelen verb (woel, woelt, woelde, woelden, gewoeld)

  1. woelen (wroeten; wurmen)
    to drudge; to churn; to turn about; to root; to burrow; to rout
    • drudge verb (drudges, drudged, drudging)
    • churn verb (churns, churned, churning)
    • turn about verb (turns about, turned about, turning about)
    • root verb (roots, rooted, rooting)
    • burrow verb (burrows, burrowed, burrowing)
    • rout verb (routs, routed, routing)

Conjugations for woelen:

o.t.t.
  1. woel
  2. woelt
  3. woelt
  4. woelen
  5. woelen
  6. woelen
o.v.t.
  1. woelde
  2. woelde
  3. woelde
  4. woelden
  5. woelden
  6. woelden
v.t.t.
  1. heb gewoeld
  2. hebt gewoeld
  3. heeft gewoeld
  4. hebben gewoeld
  5. hebben gewoeld
  6. hebben gewoeld
v.v.t.
  1. had gewoeld
  2. had gewoeld
  3. had gewoeld
  4. hadden gewoeld
  5. hadden gewoeld
  6. hadden gewoeld
o.t.t.t.
  1. zal woelen
  2. zult woelen
  3. zal woelen
  4. zullen woelen
  5. zullen woelen
  6. zullen woelen
o.v.t.t.
  1. zou woelen
  2. zou woelen
  3. zou woelen
  4. zouden woelen
  5. zouden woelen
  6. zouden woelen
diversen
  1. woel!
  2. woelt!
  3. gewoeld
  4. woelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for woelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
burrow grot; hol; hol van een dier; leger; nest; schuilplaats; spelonk
churn botervat; karn; karnton
drudge huissloof; moeke; sloof
root hoofdmap
VerbRelated TranslationsOther Translations
burrow woelen; wroeten; wurmen doorwroeten; rondwroeten; snuffelen; wroetend onderzoeken
churn woelen; wroeten; wurmen karnen; kolken; omroeren; roeren; wervelen; wielen
drudge woelen; wroeten; wurmen afbeulen; afjakkeren; afsloven; ploeteren; sappelen; sloven; zich afsloven; zwoegen
root woelen; wroeten; wurmen doorwroeten; graaien; grijpen; grissen; jatten; pikken; snaaien; vastgroeien; wegkapen; wortel schieten; wortelen; wroetend onderzoeken
rout woelen; wroeten; wurmen doorwroeten; graaien; grijpen; grissen; jatten; pikken; snaaien; wegkapen; wroetend onderzoeken
turn about woelen; wroeten; wurmen

Wiktionary Translations for woelen:

woelen
verb
  1. tumble
  2. figuratively: produce excessive motion
  3. unable to lie still

Cross Translation:
FromToVia
woelen dig; grub; spade creuser — Faire un trou, un orifice.

External Machine Translations: