Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. zich ontdoen van:


Dutch

Detailed Translations for zich ontdoen van from Dutch to English

zich ontdoen van:

zich ontdoen van verb

  1. zich ontdoen van
    to cast off; to shake off
    • cast off verb (casts off, casted off, casting off)
    • shake off verb (shakes off, shook off, shaking off)

Translation Matrix for zich ontdoen van:

VerbRelated TranslationsOther Translations
cast off zich ontdoen van afschudden; afsmijten; afwerpen; losgooien; loswerpen
shake off zich ontdoen van afschudden; ontworstelen; ontwringen; zich door te worstelen bevrijden

Related Translations for zich ontdoen van