Noun | Related Translations | Other Translations |
well
|
|
bron; put; waterput; wel
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
flourishing
|
blakend; gezond; zonder ziekte
|
bloeiend; fleurig; florerend; florissant; opbloeiend; toenemend in bloei; welgesteld; welvarend
|
healthy
|
blakend; blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
blakend; fit; fleurig; florerend; florissant; getraind; gezond; gezondheids; gezondheidsbevorderend; welgesteld; welvarend
|
prosperous
|
blakend; gezond; zonder ziekte
|
bloeiend; florerend; florissant; gelukkig; geslaagd; in goeden doen; succesvol; voorspoedig; voorspoedig verlopend; welgesteld; welvarend
|
thriving
|
blakend; gezond; zonder ziekte
|
blakend; fit; florerend; getraind; gezond; welgesteld; welvarend
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fighting fit
|
blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
|
in good health
|
blakend; blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
blakend; fit; florerend; getraind; gezond; welgesteld; welvarend
|
rosy cheeked
|
blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
|
rosy cheeked & bushy tailed
|
blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
|
well
|
blakend; blakend van gezondheid; fit; gezond; zonder ziekte
|
blakend; fit; florerend; getraind; gezond; jawel; tja; wel; welgesteld; welnu; welvarend
|